De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



27

de keuken schoof zoo zwaar op en neer en dan piepte" het dat ze, zei ze, telkens angst kreeg dat er een muis in zat. En dan dorst ze het niet meer aanraken. Ook hing een kast-deurtje scheef in de scharnieren en een plank moest worden vernieuwd.

Ondertusschen had ze haar angst voor Dirk finaal overwonnen en keek ze hem met haar kleine oogjes doordringend aan.

—    Waarom sta je d’r zoo bij als Piet Snot? Kan je niet al vast wat doen ?

—    Mag ik beginne u de hand te kusse, viel Dirk nu ernstig uit. Hij deed veel aan liefhebberen op het tooneel en die regel schoot hem nu juist te binnen.

Als hij zich had verbeeld Gerritje daarmee weer op het lijf te vallen, dan vergiste hij zich nu toch terdege. Niet voor niets had ze ruim zestig jaren in verschillende huizen gediend. Ook had ze veel met werkvolk omgegaan en, naar haar zienswijze althans, had ze het altijd danig geregeerd!

—    Je wou zeker graag een kop thee hebben, man ? Ik zal met Dorus naar boven gaan en ’t een en ander aanwijzen dan kan jij je thee opdrinken. Jij liever straks, hé Dorus ?

—    Joa Gerritje.

Dirk zocht zijn brood op en maakte zich het gemakkelijk op alle drie keukenstoelen. De poes die daar op afkwam, kromde haar rug en rekte de pooten.

—    Hier pak an kreng, snauwde hij haar toe. Katten kon hij niet uitstaan en het allerminst als ze lief deden. Hij wierp de poes een brok brood toe en een turf bovendien.

Een dergelijke behandeling was ze niet gewend ; niet van de familie en evenmin van de dienstboden. Dus zag ze Dirk voor een buitengewoon groote rat aan, maakte ze een hoogen rug tegen hem en blies daarbij als de noordenwind.

—    Zeg stel je niet zoo idioot an, oud mormel, verweet Dirk de poes. Die óók al. En het heile zoutje schaint hier op den rand fan het graf te stoan. Als de lui zelf zou oud sain as die beinderige Gerritje en ze stappe uit onderwail ik hier werk, heb ik nog kans van dat zouitje te motte errefe. Dat mormel zwiep ik direct den pomp in, nam hij zich voor en trok grimmassen tegen de blazehde kat. Nu steeg de woede van het dier tot haar hoogtepunt en uit nijd dat ze hem niet aandorst, sprong ze tegen de lage zoldering op.

—    Zeg — kan je ’t zoo wel uithouden? hoorde Dirk op-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.