De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



25

zou het toch wel niet komen, hem nu juist niet hoefde te verplichten, jegens dien nieuwen snoeshaan. Hij zou zich er heuscli niet door laten weerhouden, hem wanneer het noodig was de les te lezen en op al zijn fouten en tekortkomingen te wijzen. Waarvoor was hij anders meesterknecht ?

Dirk daarentegen oordeelde dat het ijs nu gebroken was en opende op straat een van zijn kant zeer geanimeerd gesprek. Hij begon te vertellen van zijn laatste vechtpartij in een nachtkroeg e,n ging daarvandaan terug tot een dozijn vorige „kloppies” waarin hij was betrokken geweest. Dorus antwoordde haast niet, knikte nu en dan maar eens doch keek onder de hand veelbeteekenend naar de tapperijen welke ze voorbijgingen. Echter, in het vuur van zijn vertellen, vergat zijn jongere makker dat er nog zooiets als drinken bestond en vooral toen hij van zijn avonturen aan vroegere winkels begon te verhalen, was hij al ijver en geestdrift. Hij had Munch-hausen niet persoonlijk gekend, maar de stumper had een lesje bij hem kunnen nemen.

Toen ze het huis van den klant bij wien zij moesten werken naderden, begon Dorus weer al zijn besef van verantwoordelijkheid te herwinnen.

—    Stop ’s effe — fertel dat moar straks in schafttaid ferder — we binne d’r nou zou. En ik most je zegge — hou soufeil as kan je fesoen - ’t binne doar knappe maisies.

—    Je bint me toch een ouwe smakkert hour, lachte de ander. Dus jai bint ouk al op de knappe uit.

—    As ik zeg knappe, ging de oude onverstoord verder, dan bedoel ik fesoendelijke maissies — die knap op d’rlui wourde en op hoarlui kleire binne en woar je je aige as n fesoendelijk werksman mot fourdoen.

—    Je ziet me zeiker four een stuk boef an. As ze main niks doen hebbe ze oük gein kind an me.

—    Nou — ik weet niet — hoe jai je denkt te gedroage.

As je hier net as zondagnacht in dat café den boel kort en klein sloat en de brokke goat ferkoupe---

Hij slikte het verdere in w'ant een oude dienstmeid greep hem bij den arm en bracht hem tot stilstaan, wat nog al niet moeilijk ging.

—    Je loopt me haast voorbij, Dorus ! piepte ze. Moest je niet bij mijn zijn ?

Dirk keek haar aan en schrok. Nooit had hij kunnen denken dat zulke mummieachtige vertegenwoordigers van het mensch-dom nog in staat waren, uit eigen beweging een straatdeur te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.