SCHEMERING.
— Ziezoo, nu is mijn persoonlijke bemoeienis, met je vrijwel afgeloopen. Je bent nu voor drie maanden overgeleverd aan de invloeden van mijn Brokkenhuis, aan de atmosfeer, de gebruiken èn... . de bewoners. Om vier uur wordt hier gegeten; we gebruiken alle gemeenschappelijke maaltijden beneden, in de groote eetzaal. Je kan alles ook hier gebracht krijgen, als je er op gesteld bent. Daar is je telefoon; je hoeft maar te kikken, om alles te vernemen wat je verlangt te weten.
En nu, het beste met je. Verwonder je hier over niets. Adieu!
Le Grand liep Barrèls kamer, op de bovenste verdieping, uit en stond al in de lift-cabine, vóórdat de nieuwe patiënt iets kon zeggen. Toen Barrèl eindelijk nog een vraag te binnen schoot, waren de lift-deuren al gesloten.
Zoolang hij in den trein zat, had Barrèl zijn aanvankelijke nieuwsgierigheid naar het „gebroken-harten-asyl”, zooals hij het huis in gedachten spottend noemde, kunstmatig aange-wakkerd, en zich daardoor ietwat vrij gemaakt van de smart, die als een zwaar gewicht in en óp hem drukte. De trooste-looze weg, de triestige omgeving, de apathie der patiënten die hij voorbij reed, en eindelijk het Brokkenhuis zelf, hadden die nieuwsgierigheid doen veranderen in meer dan gewone belangstelling voor dit zonderling herstellingsoord. Daarna had ook het vertrek van den genezen patiënt een glimp van moed en hoop in hem doen ontwaken.
Nu echter weer, op zijn kamer, waar de zwarte vitrage het daglicht maar schaars dóór liet, verdwenen uit hem de glimp van moed en hoop op genezing, zijn gansche belangstelling
25