't Brokkenhuis

Titel
't Brokkenhuis

Jaar
1932

Pagina's
359



INLEIDING.

Barrèl stak den sleutel in het slot. Hij voelde zich moe en suf; moe van rusteloos drentelen, suf van het peinzen en van wroeten in zijn herinneringen.

Een kerkklok ving haar spel aan.

Tien slagen

—    Is er nog iemand voor me geweest, Stien? vroeg hij het oude dienstmeisje, dat hem in de gang tegemoet slofte.

Zwijgend wees ze naar de sneeuw-modder afdrukken van zijn schoenen, op den lichten looper.

—    Nee mijnheer.

—    Post?

—    Die moét nog komen

—    Is al voorbij, zei hij norsch.

Dan ging hij, vlug langs haar heen, naar de huiskamer. Zelfs in dit aarzelend gegeven antwoord hoorde hij den klank van méé-voelen, van troost en van hoop, welke hem onuitstaanbaar was geworden. Tot zelfs die oude Stien wou dus met hem méé-voelen, hem troosten en doen hopen? Wat wilden de menschen dan toch van hem?

Hij vroeg, hij wilde géén medelijden, geen troost, geen hoop. Hij verwachtte nog slechts, verlangde uitsluitend naar, de verlossing, den alles oplossenden dood.

Het scheen hem toe, of de huiskamer opzettelijk, om hem te tergen, gezellig was gemaakt. De groote gashaard brandde, en bromde als een hond die zijn meester begroet, de theepot stond onder zijn mooiste cosy, de kranten lagen, half open geslagen, op tafel, alsof hij ze zooeven nog had doorgekeken.

Dat alles was het werk van Stien, het resultaat van haar streven, het hem huiselijk te maken. En naar het uiterlijk

i

1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.