voorloopig vier weken vrij te geven, om je te laten verplegen. Zoodra ik een plaatsvervanger heb, kan je naar het sanatorium gaan.
— Maar waarom dan toch, mijnheer? vroeg Kooymans in een aanval van wanhoop. ToenU gisteren weg was, sprong ik over twee stoelen heen, omUw zoon te toonen, dat als er iets stijf is, dat niet mijn beenen zijn.
Mijnheer Lobbes keerde zich naar zijn zoon en viel norsch uit:
— En dat vond jij goed, Karei? Dat hij, in zijn pijn, de gekste kapriolen maakt, kan ik me indenken ; maar dat jij er als chef bij staat en dat duldt I Als zoo’n stumper er nu eens in blijft, hóé dek je dan je verantwoordelijkheid?
Karei wilde ongeduldig uitvallen en Kooymans stond op, met hoogrood gezicht, dat niets goeds voorspelde. Van Duren keek Lobbes verbaasd aan en wilde een opmerking maken. Plotseling werd echter de deur aan de zijde van de fabriek open gestooten en trad de werkbaas Van Giesen binnen.
— Morgen, mijnheer? zei hij verrast, tot den heer Lobbes. Och, mijnheer, wiltU misschien even komen? Er zijn twee heeren van een énder technisch bureau om U te spreken.
— Nu, wel, moetje me daarom storen? Zeg hun, dat ze me eerst moeten schrijven, óf en wannéér het mij gelegen komt, hen te ontvangen. Wat willen ze van mij ?
— De heeren zeggen, datU had afgesproken, om vandaag de werkzaamheden voor de lift te bespreken.
— Lift-werkzaamheden! viel mijnheer Lobbes uit. Ga maar en zeg, dat ik hun fratsen niet begrijp. Ik heb niets met hun praatjes te maken.
— Herman? vroeg Van Duren, hem recht in het gezicht ziende. Ben je achter mijn rug om naar een ander bureau gegaan? Nu, viel hij luider uit, excuseer je maar niet. Voel je alsjeblieft niet verplicht door
82