detective de gansche geschiedenis van haar huiselijk leven. Ze legde den nadruk op elk teeken, elk bewijs van de zachtmoedigheid en goedhartigheid van haar vroegeren vader en stelde daar tegenover de gedragingen en uitlatingen van den man, die gisteren zijn plaats had ingenomen.
Niets verzweeg ze. Haar groeiende genegenheid vóór en verloving mét Leo, zoomin als haar vaders plotseling verzet tegen die verloving en zijn twist met haar verloofde.
En ze eindigde met nogmaals de veronderstelling te uiten, dat de man, die in haar woning als Herman Lobbes terugkeerde, wél het uiterlijk, maar niet het innerlijk van haar vader had. En dus — een ander persoon, een bedrieger was.
Onder haar vertelling was het groote, vettige, roode hoofd van Joris Jochem in zijn handen gezonken; in die houding luisterde hij aandachtig naar Cora, zonder haar ook maar met één lettergreep te onderbreken.
Vijf minuten lang bleef hij zwijgen, nadat het meisje was uitgesproken. In dien tijd beschouwde ze hem met klimmende bewondering, die tot eerbied steeg, toen hij eindelijk het hoofd ophief en zijn vriendelijke, kleine oogen op haar vestigde.
— U verlangt dus van mij, zei hij op zakelijken toon, het volgende : Eerstens, dat ik de identiteit vaststel van den man, die gisteren in Uw huis zijn intrek nam, onder voorgeven, dat hij Uw vader is.
— Alleen van zijn innerlijk, zei Cora bedeesd. Uiterlijk heeft hij er alles van weg en staat dus zijn identiteit vast.
— Tweedens, vervolgde de detective, zonder blijk te geven dat hij haar opmerking had gehoord, wiltU weten, wéir het ware innerlijk is van den man, dieU sinds onheugelijke tijden lief was en Uw leven behoedde als Uw vader. Ten derde, waarom de man, die zich Uw vader noemt, ongeacht of hij dat innerlijk, zoowel als uiterlijk is, zich
7i