misschien geen bezwaren maken tegen je her-benoeming, als je niét tegen hem geageerd hebt. Waar vind je zoo gauw een betrekking met zoo’n goed salaris en zulke mooie vooruitzichten als je nü hebt?
Ze boog zich tot hem over en drukte zacht haar mond op zijn wang.
— En jongen, ik heb mevrouw Breebaart beloofd, dat je je plaats op het bureau zoolang en zoo stevig zult vasthouden, als je maar mogelijk is. Als dat al niet in je eigen belang was, zou je het moeten doen uit waardeering voor de moeite die partijgenoot Breebaart heeft gedaan, om je aan het Verbond te krijgen. We waren feitelijk nog veel te kort lid van de Partij, om al het recht op een betrekking te kunnen aanvoeren. Ik geloof zéker dat je Breebaart een groot plezier doet, door je aan te sluiten bij Bouwer, als hij op het buitengewoon congres Van Berghem verslaat en baas wordt. Door zijn invloed op Van Berghem kon Breebaart jou destijds van dienst zijn. Daar hij evenwel met Bouwer op minder goeden voet staat, heeft hij er reden voor te wenschen dat jij, trots alles, op het bureau blijft. Dat zou van jouw kant een tegenprestatie zijn, waarbij jezelf het meeste belang hebt.
— Dat heeft wel iets van spionnage weg! viel Bogaerts heftig uit. Maar buiten dat nog, ik kan en wil het niet aanzien, dat een fatsoenlijk man als Van Berghem op zoo’n manier wordt weggepest door een brok krachtpat....
Mevrouw Elly legde fluks en niet zonder kracht, de hand op zijn mond.
— Je hebt me beloofd, die woorden niet meer te gebruiken, in onzen kring, zei ze gebelgd. Nu, dag dan. Doé wat je wil en zég wat je wil, maar als je nü al begint je onmogelijk te maken tegenover Bouwer, verantwoordt je dan maar zelf tegenover mevrouw Breebaart. Als haar man de hand waarmee hij je vasthoudt open doet, val je er uit als een steen. En bedenk, vóór het te laat is; voor een man, die om persoonlijke voorkeur ons beider bestaan op het spel zet, kan ik niét lief zijn.
Ze keek ernstig, haar gezicht stond strak, zonder den minsten zin voor scherts er op, en in haar oogen blonk een koude glans. Bob wist dat, als ze dit uiterlijk aannam, het verkeerd was haar te weerstreven. Als hij nu nog één woord zei, zou ze er zóó koel en uit de hoogte op reageeren, dat hij het gevoel kreeg, alsof een ijsberg tusschen hen oprees. Ze was nu eenmaal een vrouw van snelle humeur-afwisseling en scheen die soms als sport te beschouwen. Maar hij kon niet tegen een gespannen verhouding, tusschen hen; in den huiselijken kring had hij behoefte aan rust en warme genegenheid.
In een feitelijk erkennen van haar meerderheid knikte hij haar vriendelijk tot afscheid toe en stapte de straat op. Zijn horloge wees tien uur aan; hij had al op kantoor moeten zijn.
— Taxi, mijnheer?
4J