Manus vluchtte voor het rumoer dat hij zelf had veroorzaakt. Hij had zich het lesgeven veel rustiger en gemakkelijker voorgesteld. Toen hij de plek voorbij ging, waar de betooverde kip en het schaap stonden, kreeg hij zoo’n medelijden met beide, dat hij ze in de haast weer omtooverde. En daar hij bijna niet wist wat hij doen moest, om zich het grut van zijn lijf te houden, zwaaide hij al loopend den stok. Daardoor tooverde hij de boa los, die zich met een zucht van verlichting op den grond liet zakken.
De buffel was half dood geschreeuwd en keek versuft den vluchtenden Manus en zijn vervolgertjes na. Ofschoon hij een dom beest was, dacht hij toch, dat die hond iets met het geval te maken had, anders zou hij niet wegloopen. Daarom galoppeerde hij naar Olifant en klaagde Manus bij hem aan wegens moord door verstikking met een boa en poging tot verdooving door over-schreeuwing.
Olifant zond Ouden Leeuw op onderzoek uit en die wist spoedig de waarheid. En daar Manus nu medelijden met het koploopend poesje kreeg, tooverde hij het op zijn pooten terug.
Oude Leeuw nam hem mee naar Olifant en minstens honderd A-schreeuwertjes volgden hen. Dat was eigenlijk een grap van die kleine rakkers, maar Olifant trok toch zijn slurf in, toen dat vreemd geroep tot hem doordrong. Dat was zooveel als voorhoofdfronsen.
Hij sprak eenige vriendelijke woorden met Manus en schudde hem, schijnbaar voor de grap, geweldig door elkaar. Maar toen Manus, met de staart tusschen de beenen, was afgedropen, liet hij Don bij zich roepen.
— Jullie moet zoo spoedig mogelijk afreizen, zei Olifant. Ik vrees, dat Manus anders te veel onheil onder de dieren sticht.
— Hij meent er geen kwaad mee, verdedigde Don zijn vriend.
— Dat weet ik wel. Maar, hij heeft te veel talent en nog te weinig kennis om dat goed aan te wenden. Reis dus verder met hem door Rapidolië, dan leert hij beter de tooverkracht ten goede gebruiken.
Don keek teleurgesteld.
— Olifant bedoelt het niet boos, zei Oude Leeuw nu vriendelijk. Maar als er ook maar een spoor van oneenigheid of twist in Vrede-Rijk ontstaat, is het spoedig met de rust uit. Daarom moogt jullie niet langer blijven.
91