Naar Rapidolië het zesde werelddeel

ik zeggen, laten ze het in een eerlijk robbertje uitvechten. Daarna is men altijd weer de beste vrienden. Maar dat taai-taai volkje van jou is daar te slap voor.

—    Machtige Kubusvernietiger, sprak Ellipsicus toen, altijd waren mijn Ellipsen recht en roomgeel. En nu wil de eene helft gebogen en de andere helft beslijkt door het Ellipsenleven gaan. Wat moet er dan van mijn volk terecht komen ? Geeft me alsjeblieft raad hoe ik de eendracht kan herzingen.

Don deed alsof hij met San en de meisjes overlegde en of zij tezamen geweldig diepzinnig nadachten. Manus keek intusschen naar de voorbijzwevende Ellipsen en lachte nu eens een Oebogen en dan weer een Beslijkte schijnbaar oprecht vriendelijk toe.

Dat maakte beide groepen zoo verwaand, dat ze elkaar gingen uitmaken. De Gebogenen scholden den Beslijkten voor „Onbeholpen Rechten” en dezen den Gebogenen voor „Armzalige Slijkloozen”. En terwijl het tumult al hooger steeg en weldra elke Ellips voor een der groepen partij koos, wachtte Ellipsicus onder zangerig zuchten Don’s beslissing af.

—    Geachte Roomgele Ellipsicus, zei de jonge kapitein eindelijk met ernstig gezicht en lachende oogen, er is maar één oplossing. Uw geheel Ellipsenvolkje moet Gebogen of Beslijkt worden. Dan eerst zullen ze weer eendrachtig zijn.

EUipsica vond dien raad zoo prachtig dat ze wel acht maal voor Don boog. En het kleine Ellipsje op Ellipsicus’ voorstuk schudde dankbaar heen en weer, zóó blij was de koning met dien goeden raad.

—    Prachtig! zong hij verheugd.

Zoodra mijn volkje in zijn geheel Gebogen of Beslijkt is, wordt EUipsica je vrouw. Dan mag jij ook Ellips worden en je toekomstige kinderen van een Ellipsenboom schudden.

Toen Ellipsicatorus dat hoorde, verloor hij geheel zijn roomgele zachtmoedigheid en zweefde met kracht op Don toe. Manus zag het gevaar en besprong hem. Hij hapte op de plaats waar bij een dier een oor zit. Zijn tanden maakten een gat en daaruit vloeide nu gele room. De verraderlijke neef viel beschadigd op den grond.

Ellipsicus zweefde naar buiten.

—    Hoort mijn bevel! zong hij luid. Alle Ellipsen moeten Beslijkt of Gebogen worden, dan is jullie ruzie meteen uit. Dat heb ik zooeven in mijn eentje overlegd-

Maar dat bevel wakkerde den twist juist aan. Want de Gebogenen zongen „hoera!” voor zichzelven en „weg met de Beslijkten” en dezen zongen glad het tegenovergestelde.

Nu kreeg Manus het druk, want zijn grootste deugd was altijd zich met zaken te bemoeien, die hem niets aangingen. En hij stelde zich aan alsof

5

65