Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



Er was markt te Edam en het stadje leek nu een en al kaas. Het kijken er naar maakte hun trek gaande.

—    Ik zou wel een stukje lusten, zei Oerda.

Ze hadden in geen uren iets gegeten. Wat zou dat worden, als ze dagen lang in het Tooverschip moesten blijven, dacht nu elk hunner.

Ze voeren over de markt. Boeren stonden bij hun wagen of stapels kazen, hielden er een in de hand, en toonden die met trots aan handelaars. Elly wees er naar een.

—    Die moesten wij hebben, zei ze.

Datzelfde oogenblik zweefde de kaas uit de hand van den boer, langzaam maar zeker naar boven. Hij keek haar na, eerst verbaasd, dan woedend en smeet haar ten laatste een andere kaas achterna. Deze zweefde de eerste na, naar boven. Toen de jongens in het Tooverschip dat bemerkten, begonnen ze om het snelst te roepen:

—    Dié wil ik hebben. Dié óók. En dié óók.

En na eiken wensch zweefde een kaas, als een luchtballonnetje, uit de hand van een boer of van een stapel, netjes en bedaard de andere kazen achterna. Weldra zweefden minstens vijftig kazen tusschen hemel en aarde, in de richting van het Tooverschip.

—    ’t Heeft veel weg van een ballon-wedstrijd, zei Don. Ik ben benieuwd hoe hoog ze kunnen vliegen.

—    Nu weer naar omlaag! riep Elly, voor de grap. En, alsof de kazen haar verstonden, daalden ze terstond.

—    Zij zijn te zwaar, zei San, teleurgesteld. Nu ze eenmaal zóó hoog waren had ik toch wel graag een stukje gehad.

De kazen daalden gestadig, tot ze iets meer dan een manshoogte boven de straat zweefden. Eenige boeren sprongen op, om er een te grijpen.

— Kazen, hooger, hooger! riep Don. De kazen stegen weer.

— Nee, lager, lager kaasjes! riep Oerda en klapte van pret in de handen. Nu riepen de kinderen zonder regelmat „hooger” en „lager” door elkaar en de kazen zweefden als wezenlijke ballonnetjes op en neer.

Dat wond de boeren geducht op. Ze liepen de markt op en af, onder schreeuwen en gebaren. Een enkele klom op een wagen maar juist als hij een kaas wou grijpen, ontglipte die aan zijn hand en zweefde ze een paar meter omhoog.

—    En nu allemaal naar boven! riep Don, overmoedig.

Dat gaf een tumult van belang. Honderden kazen stegen, als vogelzwermen, op, van alle stapels en wagens tegelijk. Sommige boeren wierpen zich languit over een stapel heen, doch de kazen kantelden hen netjes opzij of ontsnapten tusschen hun beenen. Enkele haastige kazen vlogen boeren pardoes tegen het voorhoofd aan en die voeren dan tegen anderen uit, omdat ze om het ongelukje

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.