8o
lood vóór zich om de indeling van de kamers te bespreken, naast Bea was gaan zitten.
„Hoe vin-je die zonnige erker? die kamer moest jij maar nemen.”
„Hoor eens, Jet,” — Bea wachtte even, omdat wat ze nu ging zeggen, zo gauw mooidoenerig zou lijken. — „Je weet, ik kan een geweldige egoïste zijn en jullie hebt me wel eens verweten, dat ik altijd het beste deel voor mezelf pik. Maar nu heb ik me toch heilig voorgenomen, om in geen enkel opzicht iets meer te nemen, dan jij.”
„Wel heb ik jou daar!” schoot Jet uit. „Jij geeft je pension op om bij mij in te trekken met al je meubeltjes en dan zou jij niet dezelfde rechten hebben als mijn andere pensiongasten?”
„Onze pensiongasten! Vergeet één ding niet, Jet, we hebben afgesproken de zaak samen te drijven en er is dus geen kwestie voor mij van dezelfde rechten als de andere inwoners. Zeg eens eerlijk, Jet, heb je gedacht, dat ’t zo’n beetje spielerei van me was?”
„Nou, eerlijk gezegd,” lachte Jet. „Ik dacht eigenlijk: Bé wil me helpen, wat bizonder aardig van haar is, en ze zal me met alles terzijde staan tot de zaak op pootjes staat, maar dan...”
„Zo,” zei Bea langgerekt. „Nou, dan ben je ongeveer dezelfde mening toegedaan als van Heusden’s Houthandel! Vader schreef tenminste in dezelfde geest en vroeg me, wat ik dan eigenlijk ging uitvoeren als jij de boel voor elkaar had. Grappig is dat! de mensen kunnen zich niet voorstellen, dat ik me eens ernstig aan iets wil wijden.”
„Nou, je bént nogal eens veranderd. We hebben tenslotte allemaal gedacht, dat je liefde voor het toneel echt was.” „Was ie ook! ik had alleen niet achter de schermen moeten kijken. En vergeet niet, Jet, dat ik ’n paar jaartjes ouder ben geworden sinds ik het plan opvatte om aan het toneel