76
en Tom moet es ’n beetje losser worden. Daarom vroeg ik hem. Nooit weer! ’t Is gewoon ’n beer op sokken!”
„Da’s nou voor me goedheid,” steunde Tom, die achter haar aan gesukkeld kwam. „Had ik maar rustig bij jou blijven zitten, Toet. ’n Mens moet zich eigenlijk niet opofferen.” „Draak!” lachte Els.
„We moeten wat meer aan sport gaan doen,” zuchtte Tom. „Ik ben inderdaad wat minder los van bewegen geworden.”
Ze schaterden het allen uit, want niemand had Tom ooit anders gekend, dan dik en weinig sportief.
„We gaan schermen, Toet! daar moet je énorm door slinken. Willen we?”
„Welja,” lachte Toet. „Kost nogal niks, een hele uitrusting èn schermlessen.”
„Ik heb het goede gewild,” zei Tom berustend en hij liet zich neer zakken in de mollige kussens van een fauteuil. „Alsjeblieft!” veerde hij weer op: „Dat zijn geen halve maatregels!”
Het dienstmeisje reed de dientafel naar binnen waarop grote schalen sandwiches en wijnglazen.
„Die aanstaande schoonmima van mij weet wat een mens toe komt. Ik zal haar even helpen met flessen open trekken.” „Hij komt weer bij!” plaagde Els, toen ze Tom met vlugge schreden naar het dressoir zag gaan.
„Als ’t met de apotheek niet meer gaat, heb je nog altijd kans als hofmeester bij ons op de schuit!” riep Henk naar Tom, toen hij hem zaakkundig de wijn zag inschenken.
„Flessen zijn flessen!” lachte Tom en hij veegde zorgvuldig met een doek de stof van de flessen.
Even later koerste hij met z’n wijnglas in één hand en een sandwiche in de andere op mevrouw Numan af, die heel de avond voor haar doen erg rustig bij Tom’s moeder en tante Lena had gezeten.
„Schoonmima, laat me u een woord van hulde mogeïl