„Moeder, o, moeder l”
Verbaasd en bestraffend klonk Toet’s stem, toen ze op het bewuste avondje, dat haar ouders voor de vrienden van hun dochter zouden geven, wat vroeg met tante Lena aanwezig was, om, zoals ze beloofd had, de laatste hand aan het geheel te leggen.
„Wat is er, Toet? wat kijk jij gek!”
Maatje, in een gebloemd tafzijden jurkje, dat een meisje van zeventien verrukkelijk zou hebben gestaan, keek met onschuldige baby-blikken regelrecht in de boze ogen van haar dochter.
„Is dat nu een japon voor uw leeftijd?” mopperde Toet en ze keek verontwaardigd naar het heel korte mouwtje met het dartele volannetje, dat maar even over Maatje’s blanke bovenarm viel.
„Ik heb ’t je toch wel gezegd, Muschi,” viel Peter z’n zuster bij. „Dat ding staat je niet. Doe wat anders aan. Je loopt voor schut! ”
„Die kinderen van tegenwoordig,” beklaagde Maatje zich bij haar schoonzuster. „Zij regeren je, ja? zij willen je stokoud makèn. Vind jij niet lief, Leent je, dit jurkje?”
Tante Lena durfde nogal wat aan op het gebied van zich jonger te maken, dan ze was, maar dit leek haar toch wel wat ridicuul.
„Waarom doe je die zwarte crêpe Georgette japon niet aan, die je laatst in de comedie droeg?” vroeg ze, de vraag ontwijkend.
„Het is toch een dans-avond,” hield Maatje aan.
„Voor de jongelui,” zei Toet wat kort en ze dacht aan Bea’s spottende ogen als die haar moeder zó zou zien. „Tom’s