Mieke van 'De Klaproos'

Titel
Mieke van 'De Klaproos'

Jaar
1933

Pagina's
194



In de keuken, die uitzag op het aardappelveld en de daaraan grenzende groote wei, zaten vrouw van Bijl en haar zeventienjarige dochter Maartje kousen te stoppen.

Groote, wollen sokken van vader en Henk, den oudsten broer, met gaten er in als eendeneieren — zooals Maartje zei — kousen van Wim en Mien, lange twee recht twee averrechtsche, met kapotte knieën en kleine kousjes, die zoo koddig afstaken bij al die groote, grove, van Dientje, het kleine zusje, het troetelkind van het geheele gezin.

Op het groote fornuis stond het theewater te zingen en Maar’, die snakte naar een kopje thee, had al eenige keeren gevraagd of ze op kon schenken. Maar de tram van drie uur was nog niet door en moeder van Bijl brak nooit met de vaste gewoonte, waar iedere vrouw uit het rustige kleine stadje aan vasthield, de thee niet op te schenken alvorens de middag-tram binnen was.

Wie na drieën een rondgang door het stadje deed, kon door ieder raam het theelichtje zien branden en de theepot — de dikbuikig gebloemde — bleef den geheelen middag op het lichtje staan, zoodat wie er binnen viel, een bakje mee kon drinken.

„Zoo- ’s winters tusschen schemer en donker,” peinsde Maar’ — zooals ze bij verkorting genoemd werd — „wat ’t dan toch fijn was in de keuken, ’t Fornuis lachte zoo lekker en je wier’ soezelig van de warmte en het stoppen. Moeder’s stem klonk zoo gezellig dof, als ze met je sprak, net als toen je erg ziek was en moeder wanneer er menschen kwamen om






Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.