38
Jakkes, waar is ’t ding nou? O, daar is ie, even aantrekken!" Sally slierde haar jurk van crêpe de chine, die ze uittrok, over Margret's hoofd op den divan, ontdeed zich van overtollige dessous en stond even later voor de hooge spiegelkast als het aardigste jog, dat men zich denken kan.
„Hoe is ie?"
Margret, schoon haar hart vol grieven was, moest toegeven, dat de losse, bevallige sportdracht Sally uitstekend stond.
„Maar vind je dit sportpak niet geschikter om te dragen bij de wintersport?"
„Dan ben ik hier misschien niet meer en ik heb ook trouwens geen geduld om er op te wachten.”
Sally, zich in de Noorsche broek buitengemeen op haar gemak voelende, duikelde over den kop, sprong over stoelen, nam slangenmensch-houdingen aan.
„Sally, ruim die herrie nu op," drong Margret aan.
„Straks! Ik ga nu even naar Norine, ze moet m’n pak zien, Ik zal heusch wel opruimen, ouwe zeur! Zet nu niet zoo'n snuit van zes pond zure appelen!”
„Sally!”
„Zuurtje?”
„Ik vind die plotselinge intimiteit met die hote-liersdochter meer dan belachelijk."
„O, vind je, aristocratische Miss de Bruyn? I k ben maar de dochter van een petroleummannetje, i k denk daar eenigszins anders over.”
Margret lachte ironisch,
„In je eigen land denk je er ook niet zoo over, Daar