30
„O, rookt u niet?" verwonderde ze zich, zelf uit alle macht dampend.
„Niet in m'n werk. Ik bewaar ’m tot ik klaar ben." Sally, met een zekere arrogante nieuwsgierigheid, nam Norine van het hoofd tot de voeten op.
„Werkt u den geheelen dag?” vroeg ze en er klonk iets als belangstelling in haar stem.
„Gelukkig niet den geheelen dag,” lachte Norine, die zich begon te amuseeren met de weetgierige Amerikaansche.
„Wat doet u dan als u niet werkt?”
„Wandelen, als het mooi weer is en lezen, piano spelen of handwerken als het geen wandelweer is.” „Verveelt al dat gecijfer u niet?”
,Ik doe nog wel iets anders dan cijferen.”
„Wat dan?”
„Correspondeeren, typen, hectografeeren....” „Kan ik u niet wat helpen? Ik kan heel goed typen.”
„Sally, ga je mee naar onze kamers?” vroeg Margret, die het begon te vervelen, als een hondje te moeten wachten.
„Ga maar, ik kom wel! Ik ga eerst bij Miss.... hoe heet u nu ook weer?”
„Röstel.”
„Bij Miss R Röstel — lastig uit te spreken! —
typen.”
Margret haalde haar schouders op.
,,'n Nieuwe gril!” zei ze schamper en ze ging naar de lift.