26
Sally bleef in de hall zitten, strekte haar welgevormde beenen en tuurde naar buiten, waar de regen neerkletterde en de hooge bergen vale schimmen leken.
De portier, die de bagage gemonsterd had, welke taxatie alleszins bevredigend scheen, vond het noodig te beweren, dat het weer vandaag al heel triestig was en morgen de zon wel weer zou schijnen.
Waarop Miss Sally zweeg en haar voetjes een roffel sloegen tegen het toch al niet zoo solide leer van den stoel waarin ze hing.
,,'n Saaie mos," dacht de portier en hij keerde terug naar z'n loge.
De Ober, die uit louter verveling de hall in kwam drentelen, zag haar zitten en taxeerde haar eveneens.
„Mooi, rijk, arrogant," stelde hij vast.
,,'n Cocktail!" beval Miss hem in het vizier krijgend.
„Alsjeblieft!" dacht hij. „Amerika is drooggelegd, nu komen de bakvisschen hier drinken!"
Maar hij boog onberispelijk, met stalen aanschijn en haastte zich de order door te geven.
Als Sally voor haar bijna geleegde cocktail zat, kwam Margret, gevolgd door Norine, terug.
„Well?" informeerde zonder de minste belangstelling Sally.
„Slecht gemeubileerde kamers zonder eenig comfort. We moesten maar naar een ander hotel omzien."