Zanatine della Maza zag er heel eigenaardig uit. Ze droeg een kort blauw-groen satijnen rokje waarover heen een zwart tullen kleed met gouden loovers, die rinkelden bij iedere beweging die ze maakte.
Verder had ze een wit zijden blouse aan met kleurige zijde bewerkt en daaroverheen een zwart fluweelen boléro met goud bewerkt. Om de slanke taille had ze een wit zijden sjerp die in een lossen knoop op haar rokje afhing en waaraan gouden franje.
Op het hoofd een wit zijden doek, die vastgehouden werd door een gouden spang, waaraan munten waren bevestigd, die op haar voorhoofd lagen.
Het gelaat van Zanatina was echter bedekt door een klein zwart zijden masker, waardoor men niets van haar gezicht kon herkennen.
Haar tent had een bijzondere bekoring voor het publiek, dat in dichte drommen voor de gordijnen stond om toch toegelaten te worden. En men vertelde elkaar wondere dingen van de waarzegster.
Ze scheen wel alles van de menschen te weten en zei werkelijk bijzondere dingen en ze voorspelde ieder, wat hij zeker wel het liefste wilde.
„’t Is een Italiaansche,” zei de een. „Ze spreekt gebroken Hollandsch maar met veel Italiaansche woorden vermengd.”
„Wel neen,” zei een ander, „’t Is een Bel
98