ZEVENDE HOOFDSTUK.
Tine had Juffrouw Bergma’s raad gevolgd en mevrouw Cortelingen in een langen brief, waarin ze haar alles vertelde, wat haar hart bezwaarde, gevraagd, eenige dagen te komen logeeren.
En de lieve pleegmoeder, die nog steeds al het lief en leed met haar voormalige pleegkinderen deelde, was onmiddellijk gekomen.
Haar komst was altijd een groote vreugde in den huize Durieu, want allen hielden ze evenveel van de lieve vrouw, die hun prinsesje gemaakt had tot wat ze nu was.
Het was de tweede dag van haar verblijf.
Mevrouw Cortelingen zat in de serre te handwerken en dokter Durieu, die, zooals hij gewoonlijk na het diner deed, rustig zijn krant zat te lezen, hield haar gezelschap. De andere leden van de familie waren na het diner elk zijns weegs gegaan.
Dokter Durieu vouwde langzaam zijn krant dicht en bleef even in gepeins verdiept zitten.
Toen vroeg hij plotseling; terwijl zijn stem beefde :
80