Tine Durieu

Titel
Tine Durieu

Jaar
1922

Druk
1922

Overig
1ed 1922

Pagina's
235



en de jongens hielden niet op met vragen, ’t Was zoo wonderlijk, het zusje te hooren vertellen hoe ze den man gevonden had, dien ze boven alles liefhad. Er was geen jalouzie in hun harten, want ze zagen hoe stralend en blij hun prinsesje er uitzag.

„En wat zegt u er wel van ?” vroeg Tine Juffrouw Bergsma.

„Kind, ik ben zoo heel blij voor je, maar ik vrees, dat het niet naar den zin van je vader zal zijn.”

„Dat is ’t ook niet heelemaal,” zei Tine bedroefd. „Vader vindt het zóó jammer, dat Ernst artist is. Och, en hij moest eens weten, hoën kunstenaar hij is, een, die alleen geleefd heeft voor zijn kunst en zeker nooit iets deed, dat zijn heerlijke kunst onwaardig zou zijn.” „We moeten allemaal helpen den Pipa wat milder te stemmen voor Ernst,” zei Herman.

„Ja,” stemden de andere broers direct in. „Tine, we zullen als één man voor je vechten.” „Dank jullie, jongens,” zei Tine met tranen in de oogen. „O, wat hoop ik, dat Vader z’n toestemming geeft, vóór Ernst weer naar het buitenland terug moet. Mevrouw van Beek hoopt het ook zoo van harte, ze zit zóó in spanning, de lieve vrouw. Ze voelde wel, hoe vader niet zoo ingenomen zou zijn met een artist tot schoonzoon en zoo innig lief verontschuldigde ze Paps.”


70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.