EERSTE HOOFDSTUK
„Tine !” galmde Hermans stem door het huis. „Waar zit ze toch ?”
„Hier !” riep Tine van boven terug naar haar oudsten broer, die ongeduldig met een telegram in de hand door de gang van het groote doktershuis liep.
„Kom dan toch 1” maande hij haar tot spoed aan. „Een telegram van Wim !”
Tine liet zich bijna de trap afvallen en bonsde in haar vaart tamelijk onzacht tegen Herman aan.
„Erg ladylike!” bromde deze, terwijl hij zijn achttienjarige zus met een duwtje op haar voeten zette.
„Geef het telegram toch hier, nare jongen !” riep Tine ongeduldig, terwijl ze hem met een beweging van de vroegere verwende Tine het telegram uit de handen griste.
„O, wat zalig!” riep ze juichend uit, toen ze het telegram gelezen had.
„Wat is ’t, een zoon of een dochter ?” informeerde Herman belangstellend.
„Een zoon !” jubelde Tine.
7