examen. Als we er niet komen, scheelt ’t ons een bom in onzen studietijd.
Dan krijg je niet meer zulke ellenlange brieven van me, hoor ! Dan verwacht ik ze van jou.
Nu wensch je zeker nog wat nieuws uit „het darp” te hooren.
Laat ik je dan vertellen, dat je protegée Vrouw Steyn, haar zaak uitgebreid heeft, de achterkamer is bij de zaak getrokken en dat is een groote aanwinst, want het was een benauwd half-ellefie.
„Blauwe Sijmpie” is ter ziele gegaan, nu, hij is niet wat je noemt in de wieg gesmoord, hij werd 84. Hij is niet lang ziek geweest en je vader vertelde, dat hij kort vóór hij stierf nog naar je vroeg en je vader hem moest beloven Tine van hem „gedag” te zeggen.
Verder nieuws is er niet. Krijgen we weer gauw een langen brief van je ? Jij gelukkige ziel, weet zooveel meer te vertellen dan wij, eenvoudige dorpsmenschen.
Heel veel liefs van ons allen en vooral van
je Mia.
Toen Tine den brief uitgelezen had, bleef ze langen tijd in gedachten verdiept zitten.
O, hoe leefde ze alles mee. Dat was een echt brokje thuis wat Mia haar daar gegeven had.
En hoe teleurgesteld ze allen waren, dat Ernst en zij niet kwamen, ’t Was ook wel héél
171