Tine Durieu

door Engeland en, zooals altijd, prachtige kritieken. Hij stuurt me trouw de kranten, die ik zorgvuldig bewaar. Wat is ’t heerlijk, zoo’n beroemden man te hebben, telkens als ik zijn naam lees, voel ik me zoo trotsch. Gaat het jou ook zoo, Dé ?

Ik voel me wel tien jaar ouder dan vroeger en ben lang niet meer zoo’n dolle Dries. Ik geloof, dat het geluk ernstig maakt.

Soms zijn de jongens woest tegen me en moet ik, om ze tevreden te stellen, weer ouderwetsch met ze ravotten.

Her zit voor z’n laatste examen en moet nu hard vossen. Als hij z’n doctoraal achter den rug heeft, wordt meteen zijn verloving publiek met Dorette van Brink. Je hebt haar, meen ik, toen je bij ons logeerde nogal    eens    ontmoet, ’t Is

een snoes en ik    ben    o, zoo    blij    met mijn a.s.

schoonzusje.

Als Her dokter is, kan vader tenminste eens wat rustiger gaan leven, wat hoog noodig voor hem is.

Zeg Deetje, ik ben aan een knollig dingetje voor Carlo bezig, iets dat ik zag bij een kennisje van me, die ’t voor haar baby gekregen had.

’t Is een kruipbroekje met allerlei aardige beestjes erop gewerkt, meneer Teddy-beer speelt er de hoofdrol in. Als ’t af is, stuur ik ’t je.

Tsjonge, wat    heb    ik je    een    reuze epistel

gestuurd. En    ik    moet    nog    mijn dage-

113