Het was op een schoone dag, dat Mevrouw Belinfante me opbelde en zei: „Zeg Cis, als het morgen zulk mooi weer is, ga je dan met me mee naar Zandvoort V* Ik was onmiddellijk bereid, toen ik de zon zag stralen en de schaarsche vogels in onze tuin hoorde jubelen om desnoods mee naar Deauville te tijgen. Dus ik zei gezwind: „Dolgraag zeg. Hoe laat gaan we dan?” „In den loop van de morgen. Ik zal wel een trein nakijken,” zei Mevr. Belinfante, die Emmy heet, en die ik voor het gemak dus zoo zal blijven noemen.
„Ik ben n.1. erg sterk in het nakijken van treinen!” „Right,” zei ik.
De volgende morgen regende het pijpestelen, maar Vami — dat is de melkboer en een orakel op het gebied van storm, regen en zonneschijn, beter en secuurder dan de Bilt of de beste barometer — maar Vami zei, na de lucht te hebben gekeurd, dat het in de loop van de morgen zou opknappen zoo vast als een huis.
9