Emmy Belinfante~Belinfante
SoRft£Sa<M
Vertellen uit m'n leven, als antwoord op jullie vragen.
Ik heb me geïnstalleerd op m'n werkkamer, fn berg papier vóór me en ik ga vol vuur beginnen.
Ai! wéér zal ik mee beginnen?
Er is zoo heel veel.
Vroeger kauwde je bij zoo'n moeilijk begin genoegelijk op de punt van je penhouder. Maar nu ... er is aan m'n trouwe vulpen geen punt en ik kan het stompe uiteinde niet zoo gemakkelijk bekauwen.
Ik tuur dus eens naar de grauwe luchten, die boven het Amstel Hotel — m'n overbuur — jagen en ... ja! dat lijkt me het beste, ik doe hier en daar een greep en vertel je zoo van wat ik denk, dat je wel aardig vindt om te hooren.
Daar gaan we dan!
Ik was op school een duvel van 'n meid en als ik alles nog eens over moest doen, dan zou menige streek niet uitgehaald zijn.
Laat ik maar liever over m'n schooljaren zwijgen, want ze waren — ik moet het tot m'n schande bekennen — weinig roemrijk!
Schoolblijven en strafwerk maken waren schering en inslag en het feit, dat ik nooit twee jaar in één klas ben blijven zitten,