issy van JLV±arxvei
Anneke stond op zij van het huis en balde tegen de schoolmuur aan. Ze neuriede:
„Rosemarijn, zat achter 't gordijn „Wat deed ze daar ? Ze kamde haar haar. ♦ ” en ze sprong van haar eene voet op de andere. Haar bruine krullen — want vijfentwintig jaar geleden waren moeders nog trotsch op lange krullen van negenjarige dochtertjes — vielen langs haar wangen, frisch van de koude wind. Ze gooide ze vaak naar achteren met een ongeduldig gebaar, maar ze sprongen even dikwijls weer terug.
Toen kwam om de hoek van het huis Betje van buurvrouw aangedraafd achter een vierkant stuk hout aan, dat ze voorthinkte. Ze had dit hout gevonden bij het nieuwe huis van Jager, dat ze aan het bouwen waren, en het was voor haar een even
8 113