Het geitenweitje

Titel
Het geitenweitje

Jaar
1938

Druk
1938

Overig
1ed 1938

Pagina's
190



d’r geen rooie cent an, begrepen?” Ik kon wel denken, dat ze ’m op afbetaling had genomen, want voor dat lorrige beetje goed hep ze nog geen drie knaken gekregen. Afijn, ze zat ermee in d’r rikketik, en dat kon ik wel zien en ik denk : hou je nou taai, Berrenard en laat d’r zo gaan. Nou, dat was bokken tegen mekaar, dat ken u denken, juffrouw Jes. De kleine Kik heb ze bij me getrouwde zoon in Katwijk gebracht, hij zag zo wit om z’n neussie!!! Mot je maar geloven, ze wou natuurlijk niet, dat die bij de ruzies zou zijn! ’t Wordt vier dagen, ’t wordt vijf dagen, zij doet geen b... mond open. Ik ook niet! Maar nou wordt ’t Zondag. „Berrenard,” zeit ze, — ze had d’r hoed opgezet — gaan je mee naar de Jamboree? Nou, u weet, ik gaan as ’t effetjes kan altijd naar Ajax en d’r was juist die Zondag een moord-wedstrijd. Dus, dat was treitere van d’r. Afijn, zij alleen naar de Jamboree en ik naar Ajax. Ik denk op de terugweg: dat geeft vanmiddag geen warme bik voor je, Berrenard. Maar, jawel, hoor, de dame was terug en ze had gedekt. Alles stommetje, hoor! Maar de pot was in orde, dat moet ik zegge. Nou kan je de ene dag dat bokke wèl verdragen en de andere niet, juffrouw Jes en toen de bik naar binnen was werd ik toch ineens zo merakel nijdig op dat dikke mens van me met d’r ge-tandem, dat ik met een kwaje kop de deur uitliep. Op de trap hoor ik d’r treiterig zingen: Jamboree-e-e-e, Jam-boree-e-e-e! En ikke net zo hard, om d’r te pee je, hè! Jamboree-e-e-e! Ik heb zó gebruld, dat de buren kwamen kijken. Afijn, ik ben die avond lekker laat thuis gekomen en dat hep d’r tam gemaakt, want nou is ’t weer Berrenard vóór en na!”

„En is de tandem het huis uit?” vroeg ik belangstellend.

„Die gaat!” verzekerde hij heldhaftig. „Is ie mooi of niet? Ik heb me vermaakt met het drama.”

De meisjes waren opgetogen over het verhaal en de onnavolgbare wijze waarop Jes het weergegeven had.

„En al die verhalen gaan gepaard met niet bepaald zachte stompen tegen mijn elleboog,” lachte Jes. „’t Is heus een vermakelijk type, die Dirks en tien tegen één, dat hij het toch weer moet afleggen tegen z’n Dikke.”



Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.