102
geef ik toe, maar wat kan men ook anders verwachten van een weitje vol geitjes?”
„Aha! ’t Heeft ingeslagen,” genoot hij. „Nu, vergenoegt u zich maar met het idee, dat de Opperste Baas tevreden over uw werk is en laat u dit een prikkel zijn het werk steeds meer te perfectioneren.”
„Natuurlijk moet er weer een preek op volgen,” dachten de meisjes, maar toch had de tevredenheidsbetuiging van Rinus Rimpel hen goed gedaan en bekenden ze elkaar naderhand in vertedering, dat er heus wel chefs zouden zijn, die zoiets niet verteld hadden aan hun personeel, maar alle eer voor zichzelf behouden hadden.
„Waarom grinnik jij zo?” fluisterde Mar enige ogenblikken later, toen Jes, die door de Greef naar de expeditie was gestuurd — een werkje, dat h&ar altijd werd opgedragen — glimlachend binnen kwam.
Jes gebaarde met een blik naar de Greef, dat ze het zó niet vertellen kon.
„Straks, onder boterham-eten,” beloofde ze. „Jullie zullen smullen van het nieuwe drama in den huize Dirks!” „Lieten ze u zó lang wachten op expeditie?” vroeg de Greef met een zijdelingse blik op de twee fluisterende meisjes.
„Dirks was net even op redactie geroepen,” omzeilde Jes de vraag en ze was zich bewust geen leugen gezegd te hebben, want Dirks was inderdaad toen zij binnen kwam, op de redactie, kwam echter vlak achter haar aan. Maar dit hoefde de lieveling niet te weten.
„Vertellen, Jes!” was het, toen de klok twaalf sloeg en de kantoordeur zich achter de Greef sloot.
„Het is werkelijk te mooi om jullie lang op het drama te laten wachten,” zei Jes. „Nou, ik zag al direct, dat er iets haperde bij Dirks. Z’n anders zo pientere apenoogjes stonden nu treurig en ik moest vooral zien, dat hij met iets in de knoei zat. Je weet, ik ben zo’n beetje zijn vertrouwde. Ik ging dus op de paktafel zitten, wat voor hem altijd het sein tot hartluchting is.”
- „’t Is weer hommeles met de Dikke,” begon hij alras. „O, zijn jullie weer aan ’t herrie schoppen?” informeer