zon in en den vrijen middag tegemoet kijkend, zóó hadden ze het zich gedacht en toen het uur er eindelijk was. . en ze er stonden, toen ging daar met geschuifel van schoenen, met geklepper van klompen een hecle drom menschen voorbij, en stuwde en golfde rondom twee agenten van politie, die voerden met strakke gezichten een man tussdhen zich in.
Ze sprongen de stoep af en mengden zich in de rest en iedereen had oogen en mond wijd open, en uit monden van jongens, van vrouwen en mannen die het bij brokken elkander toewierpen, over een weer, dronken hun ooren en vlochten hun gedachten, het ontstellende, het hart-benauwende nieuws: er zijn twee moorden gepleegd, een oude vrouw en haar dochter werden door den melkboer dood in hun bloed gevonden en die daar gaat tusschen de agenten, is van den moord verdacht, en ze kennen hem, het is Harm Blok, en er zat bloed aan zijn handen en bloed in zijn haar!
Ze zijn meegeloopen, schoon ze weten dat ze rechtstreeks uit sclrool thuis moeten komen, maar ze konden niet weg, ze moesten kijken naar het gezicht van den man die misschien twee moorden heelt gepleegd, naar zijn gladde roode hoofd met de felle, lichtblauwe oogen boven de donkerblauwe trui die zijn borst omspant. En toen ze rondom zich hoorden zeggen dat hij toch niet de moordenaar was en het bloed van een konijn, hoopten ze allebei dat de man tlie dat zei ongelijk mocht hebben —, anders zouden ze geen moordenaar hebben gezien!
Twee dagen later liep Harm Blok weer over straat, alleen, met losse handen en een jongen op school, die dichtbij hem woont, vertelde dat hij met geweldige vloeken wraak had gezworen aan iedereen. . en daarvoor is hij den volgenden dag weer opgepakt!
Namen worden gefluisterd, dronken Thijs met zijn zwarten baard, die altijd grinnikt in zichzelf en zijn lijf
221