— hij is ze immers allemaal den baas, hij weet alles, wat in tic Tora staat en hij leest al in de Talmoed ook! Het is om met de voeten op den grond te stam-pen-
Nu moeten ze naar binnen —, en geloof maar niet dat de school vijf minuten vroeger uitgaat vandaag! Wie heeft het ooit gehoord? Op den drukster, dag etui het geilede jaai. De moeders weten zich geen rattel. in alle huizen is het rommelig en rumoerig en ongeregeld — maar morgenavond /til het overal mooier zijn dan ooit een anderen dag van ’t jaar —, precies zoo komt een prachtig-gekleurde, vlugge vlinder uit een saaie, grauwe pop —, vandaag gaat de gomets-boel van den vloer en het Paasch-gerei komt voor den dag. Op de schoone papieren randen, die ze zelf hebben mogen in plinten knippen, worden de blocm-versierde kopjes, de gotul-berande borden, het room kleurige doorschijnende botervlootje neergezet.
De meester in de school heelt een stem-vork. Bij de zangles slaat hij daarmee op het blad van een bank, en zet hem dan op zijn punt, dan komt er zoo’n mooi, zuiver en zacht geluid — en wanneer ze nu bezig is met moeder den Paasch-bocl van den zolder te halen en neer te zetten in de schoongeboende kasten op de met kerschversch wit bekleede planken, dan is het net alsof ze telkens dat geluid diep in zich-zelvc hoort, bij elk stuk, dat ze bijzonder mooi vindt of dat haar bijzonder lief is. Maar dat gebeurt pas morgen-ochtend —, vandaag ondergaat alles, wat door schuren en spoelen tot Paaschgebruik gereinigd mag worden, die heerlijke, groote gedaante-verwisseling. Het is de wegruimings-dag. het is de vcnvissel-dag, en roeper, bij mijnheer Snoek, hoefden de meisjes dan in het geheel niet op school te komen!
Ja, bij mijnheer Snoek., ze weet zelf niet waarom ze er zoo zeker van is, maar ze is er heel zeker van:
160