vreselijke woord... dat woord, dat hij niet zeggen mocht... hij alleen niet... dat woord zou in zijn leesbeurt komen. Als Niek van Roojen 't zei, als Wim de Vries, de jongen na hem, 't zei, dan gebeurde er niets... zij waren geen Joden, zij mochten zeggen, wat ze wilden... alleen... als hij... 't zei... o dan...
't Jongetje rilde...
Maar dan dacht hij weer, dat hij ook dat andere nooit zou durven... 't bekennen in de klas, ik mag dat woord niet zeggen... dat bekennen, waar ze allemaal bij waren.
Z'n buik beef-bonsde aanhoudend en z'n handen waren kil-klam van angst. Rond hem, die stilletjes en verloren daar stond, joelden de kinderen op de volle speelplaats en daarachter was de kleine, zonnige wei met 't bruine paardje... dat lustige, gelukkig dier... en voor hem de rood-bruine school met gele deuren, die zó zouden opengaan.
Wat duurde dat anders lang vandaag.
Kijk, daar was meester Bom alweer voor 't raam van de zesde en dat dee 't jongetje even terug denken aan 't gevalletje van straks, dat van Gijs van Roojen met de vlinder. Zou Gijs nu straks straf krijgen... meester Bom was zeker 'n aardige meester... hij keek altijd vrindelijk en na twaalven floot-ie in de gangen... en wat was-ie dik in z'n grijze vest met de bungelende gouen ketting. De kleine juffrouw van de tweede knipte dorre blaadjes tussen haar planten in rode bloempotjes vandaan... ze kwam er maar juist met haar hoofd boven uit. 'Mooi haar heeft ze,' prees 't jongetje in gedachten... 'of zou 't een bandeau zijn, net als van moeder...' O, daar was nu ook z'n eigen meester al... 'Zure Klaas' noemden ze 'm wel-'ns. Zou-die écht Klaas heten...? Ach-wel-nee... welke meester heet er nou Klaas...
Hups... met 'n vaartje... spleten zich nu inenen de dubbele deuren, klapten naar weerskanten open...
De kinderen snelden, op roep van bovenmeester met z'n grijze baardje ieder naar z'n eigen ingang, wipten, klompen snel uitgeschopt en in-de-hand-mee de schoongeboende stoeptreetjes op en de koele, schemerige gangen in.
Traag slofte 't jongetje achter hen aan. In z'n handjes hield-ie z'n
14