eer hij in de wasch gaat. Ze wil nu heelemaal niet meer opkijken naar de menschen in de veranda en gaat maar gauw en zonder groeten weg, gauw den tuin uit, gauw het huis langs.... ze voelt een branden overal in zich van teleurstelling en schaamte en akeligheid.... hoe had ze kunnen denken, dat ze haar niets, niets-niemendal zouden geven....! Iemand die er bij staat, laten toe-kijken.... waar werd het ooit vertoond? Hoe krijg je het in je hoofd.... je zoudt het niet gelooven, als je het las in een boek,... nu ja, je leest wel erger, maar dan van slechte menschen, van wat je דmisdadigers" noemt.... Ze holde het schrikding zonder erg voorbij en is het Roomsche pad al op.... schaamte en teleurstelling trekken uit haar weg.... maar het andere blijft.... de verbazing dat zulke dingen bestaan, dat er werkelijk menschen leven in de wereld, geen, ,misdadigers^' maar gewone menschen, nette menschen, welgestelde menschen, menschen met mooie kleeren en broches en horloges.... die bij een volle tafel zitten en een ander laten toe-zien, heelemaal laten toe-zien. Ze zal er een eed op moeten doen, eer ze haar thuis gelooven, maar het is eigenlijk te akelig om er met anderen over te praten....
51