94
raam, met zijn tevreden lach, in zijn ouderdom getroost, en het meisje op zijn knie, dat met gestrekten vinger en juichende oogen naar het heerlijke, ruime landschap buiten wees: koolzaad en blond zomerkoren; om de gedekte tafel heen de vader en de moeder, twee jongetjes en een grooter meisje, het dampend maal was opgezet, maar ieder wachtte en keek met teedere en eerbiedige toegeeflijkheid glimlachend, tot Grootvader zou komen aanzitten. Waar een zonnestraal viel op den rooden tegelvloer, lag een kleine, dikke kerel in de wieg. Aan den anderen kant hing ,,Appels plukken." Jongens met roode wangen drongen dansend rondom den boom, waar hun lachende vader omhoog tusschen de takken school en plukte en afwierp —, op den achtergrond stonden kleine huizen in een kring om het kerkje heen. Aan den overmuur waren vorm en kleuren al verder in donker verzonken, er blonk toch nog wat purper en wat groen. „Edelen bieden het Smeekschrift aan." Stond de kachel nog? Er zou toch wel niet meer worden gestookt. Daar had ze in den hoek gestaan, dien grijzen Vrijdagmiddag
dat het zoo vroor. Rio de la Plata____een kust
bloeide open, scheepjes dobberden, blank op blauw, schapen graasden en blaatten. Hier ook had ze gezongen „Naar het woud.... naar het woud," en nimmermeer het heerlijk visioen verloren van den eik in zijn kracht en den beuk in zijn pracht, die „elkaar met zwaaiende