Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



83

verdrieten zou, bracht mee, dat ze het schrijven van spotgedichten naliet —, ze verviel in de klas tot rust. Evenwel beschouwden de meisjes haar nu als een der hunnen, de gunst van een jongen had Heieen in hun oogen verheven en Dieuwertje alleen bleef achterafgezet. Heieen bemerkte het met eenige bevreemding en moest het wel begrijpen, maar het verheugde haar niet meer, ze ontweek toch hun gezelschap om cbe plagerijen, ze was overgevoelig, schreide gauw en wilde niet uitgelachen wezen.

Alle dingen behielden nu dagelijks het heerlijk-bevangende, dat wat niet te noemen, maar te gevoelen is; het hing over akkers en riet en water als onzichtbare damp, het trok met de wolken mee ovfer de toppen der boomen en verzoette des avondwinds klacht tot een zacht geschrei van blijde pijn.

Alle neerslachtigheid vlood voor dien weemoed, er was geluk in iederen dag, geluk in iedere daad, in werken en denken, in ademen en in gaan.

Een volheid was in haar gekomen.... als was een onbekende en onuitgesproken wensch geheel vervuld, als had ze plotseling het antwoord op al haar smartelijke en onvaste vragen verkregen. Als ze alleen was, zat ze stil en peinsde met verwonderde oogen, hoe ze toch zoo lange jaren het leven zonder dit geluk had kunnen dragen en zuchtte van verrukking omdat ze het nu ten leste toch en zoo onverwacht en naar ze meende wel voor goed

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.