Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



266

woord of een misnoegd gebaar, dat haar volslagen ellendig maakte. Daar zijzelf in de geheele week, die daarop volgde, aan niets dan aan dien éénen misslag denken kon, waande ze uitteraard, dat ook hij aan niets anders dacht, geen andere herinnering aan haar behield en haar verachtte als dom en onbeduidend. De oude kleinheidswaan greep haar weer nijpende beet. Wat was ze, wat had ze, wat beteekende ze meer dan volslagen niets? Ze sleepte alles, dat ze hem gedurende al die weken had gezegd, uit haar gescherpt geheugen aan en vóór zich en woog het en bevond het te licht, leeg en onbeteekenend. In dit licht leek het haar een buitensporige aanmatiging te meenen, dat hij ooit van haar houden kon. En die uiterlijke bekoorlijkheid, waarop ze haar vertrouwen had gesteld —, ach, bekoorlijkheid gewende, zoo goed als elk dagelij ksch ding en besloeg zeker geen plaats in herdenking en overweging.

Doch er waren andere weken, die stonden in den glans van een liefkoozenden blik, van het gebaar, waarmee hij soms de hand op haar schouder lei, dan flitste de hoop weer in haar op, hervond ze haar zelfvertrouwen en verblijdde zich in wat ze alreeds had gewonnen. Want of liefde kwam of dat liefde uitbleef, hoeveel van haar verlangen was al geleidelijker wijs in vervulling gegaan! Als zij sprak en hij luisterde, verdween de glimlach, elk woord nam hij tot zich in ernst en proevende oplettendheid. Ze had hem van haar jeugd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.