Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



49

openbarsten zou en openbarstend haar gansche wezen uiteenslaan en vernielen. Uitgestegen boven de gelukkige duisternis van het onbewuste zijn, zichzelf niet kennend, maar vermoedend als een heelal vol raadselen en pijn, zwaar te doorgronden, zwaarder te dragen, haakte ze in den nacht naar zelf-vernietiging tot zelf-verlossing. fokkend ruischte in duister een Bron, het was de Oorsprong, daaruit was ze Afzonderlijk geworden, daarheen smachtte ze terug, daarin wilde ze die al te zware, die al te duistere afzonderlijkheid prijsgeven en verhezen. Vreemd, zooals heel haar lichaam meedeelde in dien heftigen vervloeiings-drang, als wilde een middelpunt-vliedende kracht haar het bloed uit hart en aderen naar alle zijden wegstuwen de ruimte in •—, alles aan haar, in haar reikte trillend naar de verlossing. Het schuimde op tot doodsverlangen, maar schoon haar ziel den Dood voorvoelde als vervloeiing, vernieling niet, het was haar niet geleerd zóó in hem te gelooven: doods-vrees, even sterk als doodsverlangen, zette zich op, verweerde zich —, tot afmatting en slaap een eind maakte aan dien strijd. Dan rustte ze zwaar en werd met hoofdpijn wakker.

Andere avonden, vredig ingezet met boeken op tafel onder de zachte lamp, verging het haar weer geheel en al anders. Want plotseling schrok ze op en luisterde.... de wind klopte aan haar raam, hijgde langs de muren, sloop en stommelde in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.