'3
waarheid sprekend van nature, maar liegend zonder blozen als de nood het gebood. In school bezon ze zich nooit opzettelijk op kwaad, maar deed grif mee in rumoer of plagerij, want nooit kwam het in haar op, dat dit den meester deren of verdrieten kon. Hij bulderde en strafte en bleef daarbij de baas, de strijd tusschen kind en meester lag in de natuurlijke orde der dingen, Heieen had het nooit anders gezien.