O, o, o... wat kan zo'n man dan toch met een stalen voorhoofd liegen! Bij hoog en laag heeft hij het Frau Lona verzekerd, toen hij hoorde dat ze ook uit Wenen kwam en belang stelt in kunst. En waarvoor was zulk bluffen nodig? Zijn we zó kleingeestig dat we hem minder vinden nu hij enkel maar aanvoerder van het kurhausstrijkje is? Immers nee! Ik heb medelijden met de niet meer jonge man, die al zoveel jaren jaagt naar wat wel nooit zal worden vervuld. Hij is een van die, waarover Galsworthy zo vaak en zo treffend spreekt - omdat ze zo veelvuldig en zo aandoenlijk zijn! - te goed en niet goed genoeg. Ze kunnen in het middelmatige geen vrede vinden en tot het bijzondere kunnen ze niet reiken, nooit, omdat bij hun samenstelling dat éne druppeltje uit het kostbare flesje vergeten werd... Hij zou misschien liever aan de opera honger lijden, dan met zijn strijkje goed geld verdienen. Te goed en niet goed genoeg! Ze slingeren aanhoudend tussen uitersten, tussen zelfvergoding en zelfverguizing, ze worden jegens anderen wantrouwig en prikkelbaar...
Te goed en niet goed genoeg! Het is ook in zijn spel. Hij speelt zijn 'moppen' te goed, hij wil er iets moois, iets muzikaals van maken, en speelt ze daardoor, als 'moppen'... niet goed genoeg!
Een paar dagen geleden was het donker en druilerig buiten, dus binnen in het kurhaus vrolijk en vol. De decoraties hingen er nog van de laatste 'Wiener Abend'. Plotseling tikte hij af, wachtte even op stilte, die echter niet kwam en kondigde toen aan, zijn stem verheffend boven het geroes, dat hij 'op verzoek' het eerste deel van Mendelssohns vioolconcert zou spelen. Er werd geglimlacht, flauwtjes bij voorbaat geklapt, maar de stilte bleef uit. De mensen komen nu eenmaal niet op een thé-
56