eens zeggen, en wil het ook wel eens vergeten omdat er, is het een-,niaal 'adat' geworden, toch zoveel aardige kantjes aan zijn.
Dat elkaar allemaal kennen, met wat ermee samenhangt, blijft voor mij de bekoring van het dorpsleven. Levendig herinner ik mij de geest van verbroedering op die afschuwelijke dag: 13 september i<?r8, de dag van het spoorwegongeluk. Er zaten er in die noodlottige zg. 'Chinese Express' ('Tien-Tien') ook door een ongeval, diezelfde vrijdag 13 de Gooise van acht uur overkomen, nogal wat uit Laren en de hele dag, schoolden de mensen samen om bij elkaar te informeren, elkaar te troosten, gerust te stellen..., de verongelukte, de dodelijk gewonde, we kenden ze allen en namen deel in hun lot. Wildvreemden belden 's avonds bij bij aan om mij te zeggen dat ze iemand die mij lief was, veilig in Den Haag hadden gezien... Mij vertederde dat, maar een vriend ergerde zich eraan, het maakte hem wee, hij zei: 'er zit immers toch niets onder.' Ik schold hem niet voor 'cynicus', want inderdaad, hij had gelijk! We hadden allebei gelijk...
Ik wil dan maar zeggen, het is niet meer wat het was, en ik geloof dat ik het laatste proefje nog heb gehad, juist vóór de fancy-prijzen van huizen en gronden, juist voordat Laren modedorp werd... ik heb althans nog meegeofferd aan de oude zede, die wil dat elk La-rens feest met een hak-maar-op-de-ketel besloten wordt: ik heb ke-telgehakt tot ik de armen en de benen niet meer voelde en de transpiratie mij (met uw permissie) van de slapen stroomde, want ketel-hakken is een warm werk, en ik heb het ook zien doen, ik heb een deftig Eerste-Kamerlid en een erentfest6 schoolhoofd arm in arm zien ketelhakken en allerlei deftigen en lossen, door elkaar, in iedere denkbare combinatie, want dat is de jool van de ketelhakkerij!
Het is voorbij... maar toch, heel en al ging de oude geest, de geest van de Indische buitenpost nog niet verloren. We hebben ons 'tout Laren', zogoed als zij daarginds hun 'tout Paris', dat elkaar geenszins de deur plat loopt, maar dat elkaar toeknikt en beglimlacht bij feestelijke gelegenheden en groet op straat. De jonge violist komt op
53