den 'Het laat mij koud, zolang de mensen elkaar toch niets belangrijks te vertellen hebben!'
De deftige oude dame, Frances Freeland (in Galsworthy's 'Freelands') is niet gelukkig dan met 'het nieuwste', ze zegent kroost en nakroost, vrienden en magen met de nieuwste kurketrekkers en het nieuwste scheermes en de nieuwste parfumspuit en de nieuwste pillen en de nieuwste blikopener en de nieuwste tassluiting, ze houdt van sneltreinen, heeft van auto's een klein griezeltje, maar gaat daar dapper tegenin, ze zal misschien nog wel eens in een vliegmachine zitten, maar haar lijforgaan is de 'Morning Post', ze heeft een onbeperkt vertrouwen dat alle koningen, bisschoppen en (conservatieve) ministers veel beter dan 'het volk' zelf weten wat er goed voor is en men moet haar niet aankomen met 'nieuwe gedachten'. Galsworthy heeft dat zeer goed gezien, men ziet het vaak zo samentreffen. Ik ben juist andersom als de oude mevrouw Frances Freeland: ik houd niet van verouderde inzichten, maar wel van verouderde vervoermiddelen en vooral van de 'lange tram'. En och, hij jengelt ook zo gezellig van hier naar Amsterdam...
Voor de school, die ik in het jaar der Algemene Hulpvaardigheid, 1914, mocht helpen gaande houden met mijn bij akte gegarandeerde 'bekwaamheid' tot het geven van Lager Onderwijs, heb ik óók een oud zwak, wat wonder dus dat ik wel mede 'geleidster' wilde zijn van een klas van zevenentwintig, natuurlijk in de lange tram, want welke moeder zendt haar kroost het Weesper Monster in de klauwen?
Laat nu toch een ontluikend Larens muzikaal genie, door 't 'niet roken' verleid, onze gereserveerdheid stoutelijk overtreden hebben, en genoeg humor blijken te bezitten om te vergeten, dat hij vooreergisteren in rok voor een piek-chique publiek concerteerde, en week van hart genoeg blijken om te zwichten voor de aandrang van een arge- en baardeloos pedagoog. Ja, lezer, hij deed het en juist bij de Hakkelaarsbrug en juist toen we begonnen te vinden, dat het toch wel een ruk was, in de lange tram, kwam het on-gekamde instru
18