columns ontbrak het zeker niet. 'In Laren, en Huizen en Blaricum, daar heb je van allerlei raricum', had Carry van Bruggen al ver voordat ze zich in het Gooi vestigde raillerend opgemerkt. De waarheid van het rijmpje kon ze nu volop in haar stukken demonstreren. Haar sympathie ging daarbij uit naar de oorspronkelijke dorpsbewoners, 'de oude dorpsaristocratie', zoals ze figuren als haar buurvrouw Jaantje liefdevol noemt.
Carry van Bruggen had in 1921, toen ze met haar Plattelandjes begon, een grote routine in het maken van columns. Zij was toen niet alleen een getalenteerd schrijfster, maar ook een vaardig journaliste, die snel kon werken. Al tijdens haar verblijf in Indië van :1904 tot 1907 had ze als columniste meegewerkt aan de Deli-Courant; in de 'Brieven van May' schreef ze speelse, maar toch altijd ook scherpe bijdragen over zeer verschillende onderwerpen. Ze werd zich toen voor het eerst het verschil bewust tussen het schrijven van journalistiek en belletrie. Journalistieke bijdragen kunnen, mits de schrijver ervan iets te zeggen heeft en hij gevoelig is voor de nuances van de vorm, op een min of meer vanzelfsprekende wijze een literair karakter krijgen. Een in eerste instantie alledaagse gebeurtenis of banaal feit, goed voor een berichtje in de krant (en misschien zelfs dat niet), krijgt in handen van een getalenteerd journalist dank zij zijn vormbeheersing en taalgebruik een exemplarisch karakter.
In dat opzicht zijn de Plattelandjes van Carry van Bruggen een uiterst geslaagde combinatie van journalistiek en belletrie. In vele van haar columns gaat ze uit van een concrete situatie, die ze met een aantal treffende details beschrijft, en waaraan ze vervolgens een aantal algemene gedachten verbindt. Soms ook draait ze de zaak om, en begint ze met een bewering van een algemeen karakter en vult die vervolgens met concrete gebeurtenissen in. Het sterk inductieve karakter van haar schrijven, van het bijzondere naar het algemene, toont aan hoe weinig dogmatisch haar kijk op de wereld is: first the facts and then the theory. De kunstenaar in haar wil de
11