DE KLAS VAN TWAALF
En daarmee nam de vergadering een einde....
Zo kwam de gevreesde dag en alles liep prachtig van stapel. Juffrouw Wind kende Nel gelukkig niet voldoende om te begrijpen, dat ze onmogelijk een redelijke en tamelijk volledige collectie „werkstukken” bijeen brengen kon, ze hield haar alleen voor koppig, onwillig en brutaal en had haar dat ook herhaaldelijk gezegd.
„Handwerken is alleen een kwestie van goede wil,” beweerde ze steeds. „Elk normaal mens met normale hersens kan het leren.”
„Maar waar haal je in vredesnaam al die goede wil vandaan?” had Nel bij een van die gelegenheden eens geopperd en juffrouw Wind had gezegd:
„Wat je daar opmerkt is als gewoonlijk weer onzin.” Door had juist voorspeld —-, het oproepen ging inderdaad volgens de alfabetische absentie-lijst en het toesmokkelen werd zeer vergemakkelijkt, doordat sommige „werkstukken” nogal klein en doordat er nogal veel waren. Onder het met een beladen doos naar je plaats gaan kon je er dus makkelijk een stuk of wat laten vallen, anderen beijverden zich dan wel die te helpen oprapen, ze gingen ongemerkt van hand tot hand en zo kreeg Nel zonder de minste moeite een toonbare collectie bijeen —, waarmee ze zich, als laatste van de lijst, met kloppend hart naar het tafeltje begaf.
Het allereerst werd de „ingezette ruit” nauwkeurig bekeken. Het was een vodje miserabel rafelig ruitjesgoed, wit en groen, waaruit eerst een vierkant stuk was weggeknipt, waarvoor dan een ander „op de draad en op het patroon” moest worden ingezet. Terwijl Nel toekeek, hoe juffrouw Wind het walgingwekkend product •— afkomstig van Lea Schaap, wier „nogal s c h a p p e 1 ij k” te optimistisch was gebleken — keerde en wendde in haar handen, ijsde ze bij de gedachte, dat ze dat zelf zou hebben moeten maken. Tersluiks, over het nieuwe „werkstuk”, waaraan ze nu bezig waren, sloeg de hele klas vol spanning de loop der zaken gade.
54