Prometheus

Titel
Prometheus

Jaar
1919

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
624



teit — en ik zal zorgen, dat ge u op andere, onschadelijke wijzen onderscheiden kunt. We zien dan ook inderdaad de menschen, die het bangst zijn ,,excentriek" te schijnen of te heeten, tegelijkertijd alles schuwen wat men gewoon is ,,commun" te noemen, terwijl ,,excentrieke" menschen volstrekt niet zoo bang zijn, om de zeelucht te genieten in een badplaats, die commuti heet en er niet aan denken een goedzittend kleedingstuk af te schaffen, omdat ,,iedereen het draagt".

Tusschen de vrees zich te onderscheiden en het verlangen zich te onderscheiden wankelt dus de mensch in de maatschappij. Hij is even bang ,,excentriek." te zijn als afkeerig om ,,commun" te wezen.

De kleine schooljongen, die het heerlijk vindt in de klas boeken te mogen kaften en potlooden te mogen punten, hoewel hij thuis voor zulke werkjes bedanken zou, omdat de opdracht een onderscheiding beteekent — en die tegelijkertijd doodongelukkig is, wanneer hij gedwongen wordt zich door een pet van afwijkend model te „onderscheiden", of door het feit van met een rijtuig te worden gehaald, terwijl zijn kameraadjes te voet gaan — zulk een schoolkind is, als het kind in het algemeen, de getrouwe afspiegeling van den mensch, in wien het maatschappelijk gevoel overweegt. Door middel van den „maat-schappelijken mensch" vergeet zich de Eenheid in het dogma om niet in zelfherkenning tot zelfopheffing over te gaan.

Het behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat een uitdrukking als „De maatschappij zegt..." niet meer dan een wijze van spreken is. We dienen het eigenlijk zoo te stellen: de Noodzakelijkheid, die een deel der menschen bestemt om in en door middel van collectiviteiten der Eenheid zelfconservatisme te vertegenwoordigen tegenover de opheffende werking van der Eenheid zelfherkenning, produceert zich in de gemoederen der betrokken individuen tot „lust" — tot geloof aan, eerbied voor, behagen in de maatschappij en hare distincties, somwijlen tot den eerlijken waan, dat die collectiviteit, die uniformiteit de aardsche uitdrukking is van de Eenheid, waarover men zoo graag spreekt, maar van wier wezen men zich geen rekenschap geeft — ook wel tot een meer stellig dan gegrond geloof, dat de collectiviteit, wat haar nu ook nog ontbreke, eenmaal dat volkomen „idealistisch" karakter, zal dragen, waarover men ook

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.