Prometheus

Titel
Prometheus

Jaar
1919

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
624



dubbelkrachten werken niet alleen in het moreele, ook in het intellectueele treden zij op.

De dubbele tendentie — naar de Eenheid en van de Eenheid — de wil tot stellen en de wil tot opheffen verdeelt de mensch in zichzelf en verdeelt de menschheid in tweeën. Want ook in den in zichzelf verdeelden mensch moet één streven de bovenhand krijgen, wil hij tot daden en getuigenissen komen. Zoo zijn er dan de temperamenten waarin de Eenheidsdrang overheerscht, en die waarin de Afzonderlijkheidsdrang overheerscht,men heet ze met verschillende namen, al naarmate de tendentie van hun wezen zich op verschillende wijzen openbaart. Men spreekt van Aristotelische temperamenten en van Platonische temperamenten en bedoelt met de eerste de weters, die het afzonderlijke, die het Leven najagen en met de laatste de begrijperó, die het Eene, dus den Dood najagen — zonder zich daarvan bewust te zijn en eenvoudig als handelende instrumenten, in wie Noodzakelijkheid tot lust, tot drang en drijfveer, moeten tot willen is omgezet. Deze onderscheiding is tenslotte dezelfde als die tusschen ״mystici en dogmatici", tusschen ״men of tact" en ,,men of Idea" zooals Galsworthy het zoo eigenaardig zegt.

Want in al deze onderscheidingen, die de individuen in twee kampen verdeelen, hoe ook naar aard en uitingswijze verschillend, is dit het groote gemeenschappelijke, dat in de eenen de Eenheid zich vergeet, om zich te behouden en in de anderen de Eenheid zich herkent om zich op te heffen. De Eenheid vergeet zich, behoudt zich in eens-gestelde onderscheidingen, af-keerig die weer op te heffen en dit vasthouden aan gesteldheden wordt in den betrokken mensch: vasthouden aan stelligheden, kortweg gezegd: dogmatisme, in den ruimsten zin. De Eenheid herkent zich, heft zich op in de opheffing der eens-gestelde onderscheidingen en dit herkennen en opheffen wordt in den betrokken mensch: loslaten van stelligheden, kortweg gezegd: twijfel.

De rede leert ons dus en de toepassing bevestigt het, dat alle ״levensgevoel" alle zin voor de blijvende, onwrikbare, niet op te heffen distinctie ten slotte heeten moet: dogmatisme. Voor zoover we leven en willen leven zijn we dogmatisch. En het spreekt vanzelf, dat we hierbij niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats aan het scherp geformuleerde kerkelijk en maat-

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.