Prometheus

Titel
Prometheus

Jaar
1919

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
624



ondergeschikt, misbaar en toch in wezen onmisbaar is.

Wie nu het besef van de Eenheid als een levend bezit, dat hem nimmermeer verlaat, in zich heeft opgenomen, die zal niet alleen niet van zich zelf getuigen: ik wil, maar ook niet: ik denk.

De illusies van het zelfstandig willen en het zelfstandig denken komen voort uit het misleidend aanzien van onze hartstochten en onze energieën, waarin zoo krachtig het ,,Ik" zich schijnt te openbaren, dat het werktuig zichzelf leidend beginsel waant. Zoo zou de vallende steen, kon hij, van zichzelf getuigen: ,,ik spring", en de piano, bespeeld door menschenhand „ik zing", en de boom, door wind bewogen „ik wuif". Maar de bewuste mensch, de mensch in wien werkelijk gedacht wordt, beseft dan ook dat er in hem gedacht wordt, dat „het denken" is een werking, een openbaring van het Eene, zoo goed als „het regenen" en „het roesten", het „veranderen" en ,,het sterven" — het denken is een creatie, waarvan de productie heet :Waarheid.

Verreweg de meeste menschen kunnen dit volkomen afstand doen van zichzelf niet verdragen, de illusies van vrijmachtig denken en vrijmachtig willen — en onder vele andere illusies ook deze, dat er van hun instincten en verwachtingen eenige bewijskracht zou uitgaan — behooren tot de noodzakelijke factoren van hun geestelijke uitrusting. Omdat dit zoo is, zullen ze zich tegen de klaarste evidentie in aan die illusies blijven vasthouden. Die behooren tot hun wezen, daaraan steun verleenend, zooals de steunbladen de nog zwakke, onontplooide bloem. Ontplooit zich de bloem, zoo vallen de steunbladen, overbodig geworden af, ontplooit zich de mensch tot vollen geestelijken wasdom, zoo ontvallen hem een voor een zijn illusies van levensdoel en voortbestaan, van vrijmachtigheid en zelfstandigheid. Aldus leert ons dan reeds de rede, wat de historie altijd en overal bevestigt: dat steeds de geringste geesten het sterkst de illusie van vrijmachtigheid en onafhankelijkheid hebben en dat het altijd de groote en sterke geesten waren, die ten volle afstand konden doen van „vrijen wil" en „zelfstandigheid". Zooals Spinoza. Niemand verwerft meer „waarheid" dan hij dragen kan, krijgt meer licht dan zijn oogen kunnen lijden, ook daarin spreekt de uitnemende Redelijkheid!

Doch wie tot ontplooiing gekomen zich in de Eenheid weet,

4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.