Uit het leven van een denkende vrouw

Titel
Uit het leven van een denkende vrouw

Jaar
1920

Druk
1985

Overig
herdr 1985

Pagina's
181



scheidend en zelfopheffend, van bovenpersoonlijk voelen... Maar dat was wel een ander gevoel dan het eenzijdig doorslaan van de zich in hovaardij noemende 'gevoelsmensen' die er zich op verheffen dat ze geen ander richtsnoer begeren dan eigen ongecontroleerd instinct en eigen ondoorpeilde impuls, het heelal als bij één draad naar zich toehalen, versnijden naar eigen snit, verkleinen tot eigen maat en in hun halsstarrig onbegrip anderen tot beul en tot kwelgeest zijn!

Te zeggen dat wie anderen hun illusies 'ontnam', hun 'iets anders' daarvoor geven moest. Als konden mensen elkander naar believen iets 'geven' of'ontnemen'... als hielden ze niet juist het hardnekkigst zich aan de grofste absurditeiten vast!

Te zeggen dat 'al dat redeneren' tot 'scepticisme' voerde en dat het scepticisme de vernietiging was van de schone daad, van het nobele clan, dat scepticisme 'de wil ondermijnde' en 'de krachten verlamde'. Als werd niet de mens, het kind dogmatisch, eenzijdig, twijfelloos, zelfverzekerd, vervuld van blinde drang naar desnoods redeloze activiteit geboren... als werd derhalve niet tot het bereiken van ook maar een begin van dat 'scepticisme' een dagelijkse, afmattende worsteling met het weerstrevend, het in zijn eenzijdigheid zich onophoudelijk verwerend eigen-ik vereist... worsteling waarin de geestkrachten juist tot hun uiterste graad zich moesten ontplooien, de 'wil' tot zijn hoogste spanning worden opgevoerd...

Hoog boven haar hoofd speelde en sloeg een torenklok; Marianne stond stil. Als steeds wanneer de gedachte aan onbegrip en egocentrische bekrompenheid een drift van smart en verzet in haar stookte, was ze mateloos voortgerend -, nu, zonder overgang, trok het klam-benauwd gevoel van barstende spanning uit haar weg en haar gedachten keerden zich tot de eis van het ogenblik. Het scheen ongelooflijk dat ze nu al zover weg van haar huis, zo dicht bij het station was geraakt. Ze hoorde uit de verte het als zelfgenoegzaam sissen van een stoom-uitlatende trein. Ze voelde aan haar voorhoofd, het was koud en klam. Ze keek rondom; - in de schamele buurt, van bomen zo goed als verstoken, met de armelijke huisjes, de slordige, vervallen tuintjes had het jaar een aanschijn van zes weken ouder, leek het

ioo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.