23
zet het op de tafel. Voortdurend wankelende stappen en moewe bewegingen. Droge snik. Hij beurt de flcsch omhoog, beschouwt die tegen de lamp, zet hem naast het glas. Begint de verzakte schotel op te beuren, weer naar de kast. neemt een servet, spreidt het over de bemorste vlekken, met bevende hand schenkt hij dan een glas wijn in. beurt het omhoog en begint opnieuw, doch nu met stille, moewe stem)
,,Joum Hasjisji . .
(Plotseling schijnt hij zich te bezinnen. Hij zet snel het glas op tafel, haastig naar de bedstee, bukt zich diep. angstige stem) Sara . . . Sara ... je luistert toch wel . . . ? Sara, je slaapt toch niet . . , (stem gesmoord van angst) Om Godswil, Sara, zeg wat, beweeg je . . . I Hij zwijgt, z'n handen tasten binnen de bedstee. Men hoort hem hijgen. Plotseling valt hij snikkend op de knieën voor het bed neer) Nu ben ik heelemaal een verlaten man. . . nu ben ik heelemaal een verloren man . . . !
HINDI:
Amsterdam, 10 Octobcr 1909.