17
geen volk bij den weg om te koopen. Dat is tenminste een geluk, nu zullen ze ons ook wel met rust laten, (laat gordijn vallen, naar het bed) Herinner je nog den Seideravond dat Jitzik hier was? En den Seider met ons vierde, den kaatsten voor dat hij stierf? Hij deed het mooi. op z’n ouder-wetsch nog, ja dat scheelt veel, de een of de ander. Toen hebben ze ons ook zoo getreiterd, dien avond . . . herinner jij je dat nog? De stok van Jitzik stond daar in den hoek . . . hij was oud en gebrekkig, hij ging nooit zonder stok. Toen ze daar buiten stonden te schreeuwen en te roepen van ..jood" en van ,,smous", toen greep Daniël den stok en hij vloog er mee de deur uit . , . Wat sloeg hij er op! Wat ging het tuig te keer! I droevig i Nu staat de stok op zolder . . . Jitzik heeft het niet beleefd, dat de jongen van het seminarium is weggejaagd . . . dat hij schande heeft gebracht over zijn vaders hoofd ... ik had het ook niet moeten beleven . . . van allemaal . . . desnoods . . . maar van hem niet. (Stilte) En hl) viel juist het allereerste af. I Naar de kust. van de kast naar de tafel) Hier is de radijs ... de radijs ... ze was duur , . . vijftien centen hebben ze me laten betalen . . . dat hebben ze jou nooit gevraagd, Sara ‘ schikt het alles op tafel, praat terwijl naar de bedstee) Ik geloof dat ik er ben . . . laat ik eris opnoemen . . . let je dan even op, Sara? Nee. blijf maar liggen ... je moet je rustig houden, dat weet je. Hier is het ei. . . (neemt hel in de band. beschouwt het. slem weemoedig). Weet je nog wel van kleine Roos? Die kon maar niet begrijpen dat het ei geen einde heeft. Tienmaal lei ik het haar uit, dat het ei het zinnebeeld van de oneindigheid is. Dat kon je haar niet aan haar verstand brengen. ..Hier is het eind", zei