waar het nog koel was onder de bloeiende kanarie-boomen; waarom had hij erin toegestemd dat hij nu pas over drie jaar naar Holland terug zou mogen?
Ja, 't lag in de rede, dat een man ״vooruitkomen" wilde, 't lag in de menschelijke natuur, gevleid te zijn met een onderscheiding en heimelijk blij, boven anderen te worden gesteld .— eenmaal in het schuitje, diende hij nu mee te varen, elkeen in zijn plaats zou een positie, vergezeld van een verdriedubbeling minstens van zijn inkomen, aanvaard hebben. Ruysch had het bovendien zoo gewild.
Verlangde hij naar zijn moeder, naar zijn getrouwde zusters? Zijn moeder zou zich zeker openlijk beklagen, dat hij zóó makkelijk hun weerzien twee jaar verschuiven kon, maar in haar hart verrukt zijn omdat hij nu administrateur was geworden.
Maar Truusje van Laar ... ?
Och, het kind was hem natuurlijk lang vergeten, al die jaren. Ze zou hem nu nog zien aankomen. Nauwelijks op de landbouwschool, nauwelijks van haar weg, was hij indertijd immers al verliefd geworden op de vrouw van een schilder, met gitzwarte haren, waarin ze altijd een paars-fluweelen band droeg en rustelooze, donkere oogen, die in lange gewaden van onbestemde kleuren op een divan lag in
.67