delijden, dan waait de vaalheid van het jonge groen, dan trekt de grauwte van voor de zon vandaan. O, als nu iedereen maar geeft, dat de bussen zich vullen, dat ze de zakken, niet te torsen zwaar, tegen de avond naar de kerkekamer dragen... om daarna weer volop en vrij te mogen ademen in het geluk en onbelemmerd enkel aan de Lente te kunnen denken.
39